Decorum; daarmee wordt bedoeld; hoe iemand zich voordoet. Hoe hij* zich gedraagt in gezelschap, of hij fatsoenlijk met anderen om weet te gaan, kortom of iemand ‘manieren heeft’.
Normaal gesproken passen we ons gedrag aan bij de situatie waarin we ons bevinden. De meeste mensen hebben van huis uit geleerd (of zichzelf later aangeleerd) hoe ze zich ‘dienen te gedragen’.
Door hersenschade kan echter decorumverlies optreden. Dat betekent dat iemand zijn manieren verliest en zich niet meer ‘netjes’ gedraagt. Men gaat onaangepast gedrag gaat vertonen, dat soms onbeschoft kan overkomen. Zeker als je niet weet dat iemand door hersenschade decorumverlies heeft. Als mensen overal doorheen praten (denk aan een trouwerij of een begrafenis) dan is dat erg vervelend. Of te hard praten, alles zeggen wat er in ze opkomt. Alsof ze geen filter meer hebben.
Mensen met dementie kunnen ook last hebben van decorumverlies. Zo kan het gebeuren dat een bewoner alles benoemt wat ze ziet. “Zo, jij bent ook erg dik!” of “Wat heeft die meid een grote neus zeg”, “Blijf jij maar van die oliebollen af, je bent al zo vet”. Dat floept er dan allemaal uit.

Maar ook op andere manieren uit het zich. Laatst ging ik een mevrouw helpen onder de douche. Ze trok zelf haar nachtkleding en onderkleding uit, ging pontificaal naakt voor mij staan en zei: “Schrik je hiervan?” Ik zei (naar waarheid): ‘Nee hoor, ik schrik er niet van’. “Heb jij me al eens eerder bloot gezien?” ‘Ja, ik heb u al vaker geholpen met douchen en ik heb al veel mensen naakt gezien. Mensen zijn er in alle soorten en maten’. “Nou goed, zet de douche dan maar aan”.
*waar ‘hij’ staat, kun je ook ‘zij’ lezen
Afbeelding van Pixabay, PublicDomainPictures
Disclaimer: In verband met privacy en herleidbaarheid zijn karaktereigenschappen van mensen gecombineerd, en/of er zijn fictionele elementen toegevoegd. Gebruikte afbeeldingen zijn eigen foto’s of stockfoto’s van Pixabay.
Zeg het maar!